o Beijer & Osten | asielcommunicatie

Utrecht, januari 2017

Communicatie opvang vluchtelingen

De ophef bij vluchtelingenopvang versterkt de roep naar meer communicatie. Een pleidooi voor andere uitgangspunten.

Bestuurders worstelen met de communicatie rond de komst van asielzoekerscentra. Niet veel vaker was een onderwerp zo controversieel en beladen. Bestuurders weten inmiddels iets beter wat hen te wachten staat en zoeken oplossingen in beheersing en omvang van informatiebijeenkomsten.


Beijer & Osten gelooft meer in doing by learning


Het achterliggende probleem blijft echter bestaan: Inwoners vinden dat er pas naar hen wordt geluisterd als ze hun zin krijgen. Bestuurders lijken informatie- en inspraakavonden als een verplicht nummer te zien, bedoeld om voor draagvlak te zorgen. De uitwerking van deze tegenstelling is ook in het vluchtelingendebat zichtbaar. In het ene geval laten bestuurders de oren hangen na felle protesten uit de samenleving, zonder de voorstanders van opvang zichtbaar te krijgen. In het andere geval leidt het 'doordrukken' van de besluitvorming tot verwijten over regentesk optreden.

 

Minder in plaats van meer

Bestuurders en ambtenaren kunnen deze patstelling doorbreken. Meer bereiken door minder te doen. Slimmer positie zoeken. Daarvoor moeten ze een andere positie in durven te nemen op drie onderwerpen: stellingname, eigenaarschap, communicatie.

Kiezen of delen?

De eerste verandering gaat over het eigenaarschap van de besluitvorming. Formeel is de opvang van vluchtelingen een collegezaak. De keuze om de raad zich uit te laten spreken is verstandig, maar vertroebelt het eigenaarschap. Inspraak met onduidelijke kaders versterkt dat effect verder.

 

  • Consequent zijn is hier de oplossing.
  • Wil je een stevige bestuurder zijn, bijvoorbeeld omdat er een maatschappelijk vraagstuk van nationale orde moet worden opgelost, wees dat dan. Maar dan zonder verdere opsmuk van inspraak en interne druk op de gemeenteraad. Creëer geen schijn.

    Wil je inspraak serieus nemen, bepaal dan glashelder waar die inspraak wel of niet over kan gaan. Wat kun je als inwoner zonder macht verwachten van een ‘open’ gesprek met een bestuurder met doorzettingsmacht en een vooraf bepaald standpunt? Zeg dan liever gelijk dat er geen inspraak is over locatie en aantallen maar wel over randvoorwaarden. De huidige werkwijze is de gegroeide gewoonte van de afgelopen 30 jaar. Iedereen een beetje tevreden houden is een bestuurlijke oplossing. Moeilijk los te laten, maar schadelijk op de lange termijn.

     

    Organisator of gast?

    De tweede verandering gaat over de organisatie van de informatievoorziening. Iedereen verwacht dat de overheid zorg draagt voor goede voorlichting en een goede inspraakronde. Een feestje van de gemeente waar verder niemand zich verantwoordelijk voor voelt.

     

  • Durf los te laten.
  • Bewoners moeten geïnformeerd, maar leg de organisatie van informatiebijeenkomsten bij wijk- of buurtcomité's, bewonersorganisaties. Laat hen de verantwoordelijkheid dragen voor organisatie en orde. Faciliteer ruimhartig zonder het over te nemen. Laat je uitnodigen voor het beantwoorden van vragen en stel vooraf een aantal heldere regels op. Niemand verstiert zijn eigen feestje. Pas bij de formele inspraak voor de gemeenteraad neem je de volle verantwoordelijkheid voor het proces.

     

    Verkopen of faciliteren?

    Communicatieafdelingen worden vaak opgedragen te zorgen voor draagvlak en begrip. Dat zijn in de maatschappelijke context van nu onhaalbare doelstellingen. De felle tegenstand wordt niet met voorlichting weggenomen. Frustratie ligt dan ook op de loer.

     

  • Beperk het communicatiedoel.
  • Stel de communicatie in dienst van het ordentelijk laten voltrekken van het democratisch besluitvormingsproces. Dat geeft focus en voorkomt teleurstelling. Stellingname in dit debat is uiteindelijk voorbehouden aan de politiek. Hou de ambtelijke organisatie er ver van.

     

    Tot slot

    Scherpe keuzes maken is beter voor het democratisch proces en eerlijker naar inwoners. In Nederland dreigt nog voor de zomer een tekort aan opvang te ontstaan. We zijn nog lang niet klaar.